Klimaat én welvaart redden? Kan met circulariteit

Van alle mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis, scoort circulariteit van materialen hoog. In België kan het vijf procent van de beoogde uitstootvermindering bewerkstelligen.

In het boek De Klimaatschok berekenen econoom Geert Noels en zijn medewerkers Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle 20 manieren om België klimaatneutraal te maken – van hoogtechnologische oplossingen als precisielandbouw en koolstofhergebruik tot het aannemen van een klimaatdieet en het verbeteren van fietsinfrastructuur. Noels’ conclusie: België kan zijn klimaatdoelen behalen met behoud van welvaart. De 20 technologieën met het grootste potentieel kunnen ons tegen 2030 67,1 miljoen ton CO2-uitstoot besparen, tegen 2050 127,1 miljoen ton. Ruim voldoende om klimaatneutraal te worden.

Met stip op twee: circulariteit van materialen. Daarvoor moeten bedrijven wel samenwerken. “Circulariteit vergt een heel andere aanpak”, zegt Noels in Trends. “Ondernemers die normaal op hun eentje werken, moeten ontdekken dat hun bedrijfsstromen voor elkaar van waarde kunnen zijn.” Zo stoot een staalfabriek veel CO2 uit, die andere bedrijven gebruiken om biobrandstoffen te maken. En de ProteInn Club, een project van onder meer UGent, zoekt uit of het veevoeder kan maken uit CO2. “De voedings- en de staalindustrie worden zo gekoppeld”, aldus Noels. Enkel het massaal aannemen van een klimaatdieet – vlees en zuivel beperken – heeft een grotere impact dan circulariteit.

De top-5 van oplossingen om België klimaatneutraal te maken:

1/ klimaatdieet 5,9% (van de referentie-uitstoot)
2/ circulariteit van materialen 5,1%
3/ zonnepanelen op gebouwen 5,0%
4/ permanente koolstofopslag 5,0%
5/ kernenergie 3,5%

Recycleren, no-brainer voor het klimaat

Als de wereld slimmer zou recycleren en composteren, zou dat de uitstoot van de afvalsector jaarlijks met 1,4 miljard ton CO2 verminderen.

De afvalsector is goed voor een vijfde van de wereldwijde uitstoot van methaan, een broeikasgas schadelijker dan CO2. Volgens een rapport van de Global Alliance for Incenerator Alternatives, een afvalwaakhond die pleit voor alternatieven voor de verbrandingsoven, kan de sector z’n uitstoot verminderen met 84 procent door beter te recycleren en composteren. In cijfers komt dat neer op het equivalent van 1,4 miljard ton CO2, alsof alle voertuigen in de VS het hele jaar in de garage zouden blijven. Toch is er volgens de organisatie in de klimaatplannen te weinig aandacht voor zulke alternatieve verwerkingsmethodes.

Deze schimmel verwelkom je graag in huis

Uit reststromen van de teelt van biochampignons maakt PermaFungi mycomateriaal. Dat kan dienen als alternatief voor piepschuim of plastic.

Het Brusselse PermaFungi kweekt al enkele jaren biologische paddenstoelen op koffiedik, een afvalstroom die in Brussel alleen al goed is voor 15.000 ton per jaar. Onlangs voegde het bedrijf een extra activiteit aan het repertoire toe. Door mycelium (zaad van schimmels) in te spuiten in champost (de reststroom van de eigen oesterzwamteelt) verkrijgt het mycomateriaal. Dat kan dienen als isolatie in de verpakkings- en bouwsector, een milieubewust alternatief voor piepschuim of plastic. Maar zelfs doodskisten of urnen uit mycomateriaal behoren tot de mogelijkheden. Kwestie van circulair wel heel letterlijk te nemen.

Circulaire economie? België lijkt er klaar voor!

Een studie bracht de mate van circulariteit van de EU-economieën in kaart om te kijken welke landen klaar zijn voor een circulaire economie. België behoort tot de primussen..
Het voortgangsrapport circulaire economie van werkgeversorganisatie VBO en adviesbureau Möbius verschijnt om de twee jaar en bestudeert vijf graadmeters. Die geven aan in welke mate de economie van de verschillende landen van de Europese Unie circulair draait. België doet het verhoudingsgewijs prima. Zo komt 23 procent van de in ons land gebruikte materialen uit recyclage. Enkel Nederland doet beter, met 30 procent. Het gemiddelde in de EU ligt een pak lager, op 12,8 procent. We recycleren ook meer afval – zo’n 81 procent, tegenover 55 procent in de rest van de EU.

Koploper in 2030

België springt ook efficiënter om met materiaal: we kunnen evenveel produceren met minder materiaal. Voor een klein land verbruiken we wel veel materialen en produceren we veel afval. Volgens de auteurs van het rapport is dat een rechtstreeks gevolg van onze exportgerichte economie met veel materiaalintensieve industriële activiteiten. Om correct te vergelijken, zo stellen ze, moeten we ook kijken naar de structuur van de verschillende economieën.

VBO maakt van circulariteit een speerpunt in haar toekomstvisie voor België. Tegen 2030 wil het koploper zijn wat betreft de circulaire economie. “Willen we de toekomst van ons land veiligstellen, dan moeten we een versnelling hoger schakelen om de impact van de circulaire transitie optimaal te bewerkstelligen”, klinkt het. “We hebben alle sleutels in handen om van België een welvarende en veerkrachtige economie te maken. Maar de weg is niet gemakkelijk.”

Repareren: fabrikanten moeten het leren

De Belgische regering maakt werk van een verplichte herstelscore op electronica. Die moet toestellen van de schroothoop behoeden.

Wie kent volgende scenario niet: je laptop, smartphone of wasmachine geeft de geest, maar er zijn geen reserveonderdelen voorhanden of het toestel kan niet uiteen gevezen worden. Gevolg: veel elektronica belandt vroegtijdig bij het huisvuil. Dat stuwt de vraag naar schaarse metalen omhoog en zorgt voor CO2-uitstoot. Minister van Leefmilieu Zakia Khattabi (Ecolo) wil het probleem aanpakken. Haar wetsontwerp voorziet vanaf volgend jaar een herstelbaarheidsindex op elk elektrisch toestel, een score die aanduidt hoe makkelijk het apparaat te herstellen valt. “Circulaire economie moet de norm worden”, aldus Khattabi.

Advies voor (toekomstige) Facility Managers

Geen onderneming blijft overeind zonder facility management, de ondersteunende activiteiten die de onderneming doen draaien. En dat behoeft een duurzame en innovatieve aanpak.
Noem facility management (FM) – facilitair beheer in het Nederlands – gerust het huishouden van een bedrijf. Het omhelst alles wat achter de schermen gebeurt, van het regelen van verbouwingen tot verwarming, verlichting, verluchting en beveiliging. Gebeurt het goed, dan merk je er niets van. Maar gebeurt het niet of slecht, dan stort de hele onderneming in elkaar als een kaartenhuisje.

Facilitair beheer is per definitie gericht op de toekomst. Duurzaam denken is dus cruciaal in de rol. Zo duurt de bouw van een ziekenhuis gemiddeld dertien jaar. “Dan moet je doordrongen zijn van duurzaamheid”, stelt Henk Vincent, directeur Masterplan Nieuwbouw bij Vitaz. “Je moet bouwen op disruptieve innovatie, niet op bewezen technologie.”

Niet sexy? Onterecht!

Zo’n aanpak kan weerstand oproepen. “Dus moet je goed inschatten welk niveau van weerstand er bij de directie heerst”, aldus Anne Lenaerts, marketingdirecteur bij Nnof. Zij stipt nog enkele andere aandachtspunten aan. “Een milieuzorgsysteem kan een hulp zijn. Vertaal standaarden naar de werkvloer. Toon wendbaarheid en maak inrichting niet te ingewikkeld.”

Volgens Hafsa El-Bazioui, schepen van personeel in Gent, heeft facility management ten onrechte z’n imago tegen. “Het is geen sexy titel. Maar innovatie associeer ik met goesting en bevlogenheid.” Guy Eeckhout van Ardenx gelooft niet in strategische FM op zich. “Het maakt best deel uit van een bredere bedrijfsstrategie. En duurzaamheid dient in balans te zijn met andere zaken.”

Vissen naar afval

Steeds meer Belgische Noordzeevissers nemen het zwerfvuil uit hun visnetten mee naar land in plaats van het opnieuw over boord te gooien.

In 2016 ging Fishing For Litter van start, een project dat de vissers aanmaant om het aangetroffen afval mee aan wal te brengen. Daar wordt het gerecycleerd. De rederijen doen op vrijwillige basis mee, maar het enthousiasme groeit overduidelijk.

Verzamelden de schepen in 2017 nog twee ton, dan liep dat in 2020 op tot 18 ton. In 2021 klokten ze zelfs af op 65 ton. Ook het aantal deelnemende rederijen ligt in stijgende lijn. “Het is niet enkel goed voor de zee zelf, maar ook voor het imago van de vissers”, verklaarde minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open VLD). “Zij dragen echt bij tot een betere zee.”