België en Nederland bouwen aan circulaire teokomst
De buurlanden slaan de handen in mekaar wat betreft duurzame infrastructuur en circulaire bouw. Die intentie spraken ze in mei uit tijdens een Nederlandse handelsmissie in België.
Zowel steden (onder meer Amsterdam, Mechelen en Leuven), sectororganisaties (zoals de Vlaamse Confederatie Bouw), ondernemingen als kennisinstituten uit beide landen wisselden tijdens de handelsmissie ervaringen uit. “België is onze tweede handelspartner wereldwijd”, zei Liesje Schreinemacher, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. “De delta van Schelde, Rijn en Maas is éen geïntegreerd geheel. België en Nederland zijn al 400 jaar Europese koploper in economische innovatie, zoals bij de aanleg van moderne havens. Ook op het gebied van circulaire economie willen we voorop lopen.”
Boost voor de circulaire economie
België en Nederland willen tegen 2050 volledig circulair draaien. Doel: het milieu schoner achterlaten en minder afhankelijk zijn van buitenlandse grondstoffen. De circulaire bouwsector – momenteel in beide landen goed voor 130 miljard euro per jaar – moet een fikse bijdrage leveren aan die ambitie. “We zullen nog intensiever moeten samenwerken in Europa”, beseft Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur.
Zij wees erop dat zowel in Nederland als België de komende jaren heel wat infrastructuur aan reparatie of vervanging toe is. “Door circulair aan te besteden, kunnen wij een boost geven”, zei Heijnen. “Zo kunnen we de transitie naar de circulaire economie versnellen.” Tijdens de handelsmissie stonden onder meer circulair slopen, retourlogistiek, circulaire materialen en het opschalen van circulaire zakenmodellen op de agenda.