Europa moet tegen 2050 volledig circulair zijn

De Europese economie moet tegen 2050 volledig circulair zijn. Om die doelstelling te halen, moeten normen worden opgelegd voor de gehaltes aan gerecycleerd materiaal in producten, die al tegen 2030 bereikt moeten worden. Dat staat in een resolutie die met een ruime meerderheid werd goedgekeurd in het Europees Parlement.
De helft van de totale broeikasemissies, meer dan 90% van het biodiversiteitsverlies en de druk op de waterstanden zijn het gevolg van de winning en de verwerking van grondstoffen. Er moet dan ook zuinig mee worden omgegaan, leert onderzoek van het International Resource Panel.

Het Europees Parlement vraagt bijgevolg dat veel aandacht wordt besteed aan de ontwerpfase van de producten. In dat stadium wordt namelijk tot 80% van de milieu-impact ervan bepaald.

In een resolutie stelden de parlementairen daartoe een uitbreiding van de ecodesign-richtlijn voor, waardoor bij de conceptie van nieuwe producten zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderdelen die makkelijk te herstellen of te recycleren zijn.

Bovendien mag er best wat druk worden gezet. Het Parlement wil namelijk dat er concrete doelstellingen voor elke sector en voor het gehalte aan gerecycleerd materiaal in een aantal producten worden bepaald, die al in 2030 gehaald moeten worden.

574 parlementsleden schaarden zich achter de tekst, 22 stemden tegen en 95 onthielden zich.

Zit nog eens op een oude mivb-zetel

Wat doet de MIVB, de maatschappij voor openbaar vervoer in Brussel, met overschotten van de stoffen die ze niet meer gebruikt voor de herstelling van de zetels van haar trams en bussen omdat ze naar een andere versie is overgeschakeld?

In plaats van ze weg te gooien, dacht ze na over een nieuwe en betere bestemming. De oplossing kwam van de beheerder van de meubelvoorraad. Een aantal stoelen die klaar stond voor het containerpark kon ermee worden opgelapt. Gevolg: zowel stoffen als stoelen werden gered. Bovendien wordt op die manier een stukje Brusselse geschiedenis bewaard en kan de onderneming haar verschillende diensten nog eens in de schijnwerpers plaatsen.

Oplossing voor afgedankte mdf-platen

Afgedankte MDF-platen moeten niet meer naar de verbrandingsoven of de stortplaats. Act & Sorb wil er dit jaar al 7.500 ton van verwerken. Binnen de drie jaar moet dat al 50.000 ton zijn. Aanbod is er genoeg.

Elk jaar wordt wereldwijd meer dan 70 miljoen ton geproduceerd van deze houtbekleding, die gekend is van meubels en laminaatvloeren. Het gaat om een product dat bestaat uit samengeperst houtafval met harslijm en doorgaans zo’n tien à vijftien jaar meegaat. In zijn nieuwe fabriek in Genk wil Act & Sorb er nu actieve kool mee maken. Dat product wordt onder meer gebruikt voor de zuivering van water, lucht en chemicaliën.

Thuiswerken: let op de ergonomie

De coronapandemie heeft veel mensen doen thuiswerken. Velen zullen dat ook in de toekomst blijven doen. Maar dat moet dan wel in goede omstandigheden kunnen.

Een werkgever moet ervoor zorgen dat zijn werknemers in behoorlijke omstandig-heden kunnen werken. Hun veiligheid en gezondheid moeten gewaarborgd worden. Het maakt daarbij niet uit of die werkplek het kantoor, dan wel een plaatsje thuis is.

Werkgevers hebben er ook alle belang bij om dit te doen. Een onaangepaste werkplek of slecht materiaal leidt tot verminderde arbeidsprestaties.

Werknemers die vaak thuis werken moeten dan ook kunnen beschikken over een extra beeldscherm en ergonomische stoelen, waardoor ze last aan nek, schouders en onderrug vermijden.

Sommige werkgevers laten toe dat hun werknemers een stoel van het bedrijf meenemen. Steeds meer van hen laten echter ook aangepast meubilair bij hun personeel thuis leveren. Nnof heeft er een aparte stek in zijn webwinkel voor.

Contract met Nnof doet overheid CO₂ besparen

Het contract dat de Vlaamse overheid eind 2019 met Nnof sloot, deed haar vorig jaar meer dan 27.000 kg CO₂ besparen.

Alle diensten van de Vlaamse overheid – alsook de openbare instellingen, steden en gemeenten en OCMW’s – kunnen via raamcontracten voor refurbishment kiezen. Daarbij worden meubelen zoveel mogelijk hergebruikt. Lukt dat niet, dan worden de goede onderdelen gerecupereerd om andere zaken te maken. Het helpt om CO₂-uitstoot te besparen.

De belangrijkste besparing, 21.851 kg, werd in 2020 gerealiseerd bij de herinrichting van de kantoren van arbeidsbemiddelaar VDAB in Brussel, Mechelen, Diest, Aalst en Tienen. Bij de POM West-Vlaanderen bedroeg de winst
2.280 kg.

Circulaire economie zorgt voor veel werk

De circulaire economie zorgt voor heel wat werkgelegenheid in ons land. In Vlaanderen wordt tegen 2030 zelfs op 30.000 bijkomende arbeidsplaatsen gerekend, maar ook Wallonië ziet veel heil in circulaire tewerkstelling.

In Vlaanderen groeit de werkgelegenheid in de circulaire economie sneller dan de algemene tewerkstelling. Tussen 2010 en 2016 kwamen er 6,4% jobs bij in de circulaire economie. In de algemene economie bleef de aangroei beperkt tot 2,7%, berekende het Steunpunt Circulaire Economie. En dat verschil is wellicht nog een onderschatting, opperde onderzoeker Kris Bachus (KU Leuven). In de studie werden enkel de zuivere circulaire activiteiten meegeteld.

Tegen 2030 verwacht het Steunpunt een verdere aangroei van de tewerkstelling in de circulaire economie met zowat 30.000 banen. Het grootste potentieel voor jobcreatie blijkt te zitten in de circulaire sectoren van reparatie van machines.

Opvallend is dat 85% van de huidige jobs in de circulaire sector in Vlaanderen worden uitgeoefend door mannen. Een groot deel daarvan door mensen met en diploma van hoogstens secundair onderwijs. Volgens de onderzoekers is dat het gevolg van het manuele karakter van de afvalverwerking.

Volgens de Koning Boudewijnstichting telt Vlaanderen – direct en indirect – zowat 148.000 jobs in de circulaire economie. Dat is 7,5% van de totale werkgelegenheid. In Brussel zijn het er zowat 58.000, in Wallonië circa 56.000.

Wallonië loopt daarmee wat achter op de andere regio’s, maar het Gewest wil die achterstand inlopen. Jobs in de circulaire economie zijn voor een groot deel immers minder goed te delokaliseren. Ze zijn dan ook veel stabieler en bieden mogelijkheden voor werknemers uit sectoren die over hun hoogtepunt heen zijn.

Brussel: hotspot voor circulair bouwen

Het Brussels Gewest profileert zich als een ideale speeltuin op het vlak van innovatie en circulariteit. De veelal oude bebouwing biedt een grote opportuniteit voor het hergebruik van materialen.

Het hoofdstedelijke grondgebied wordt gekenmerkt door de hoge dichtheid van zijn bebouwde oppervlakte. Bovendien dateren zeven op de tien gebouwen van voor 1945. Bij veel bouwwerven komen dan ook sloop- of renovatiewerken kijken. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft trouwens de ambitie om de renovatiegraad op zijn grondgebied te verdrievoudigen.

De Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad en het Beroepsreferentiecentrum Bouw – dat opleidingen beter wil laten aansluiten op de behoeften van de bedrijfswereld – spelen daar nu op in. Met Be Circular.Brussels zetten ze een nieuw gratis opleidings- en begeleidingsprogramma rond circulair bouwen in de steigers. Geïnteresseerde bedrijven leren er hoe ze bouwelementen demonteerbaar kunnen maken zodat ze niet verloren gaan.

De initiatiefnemers stellen dat momenteel nog te veel bouwmateriaal verloren gaat. De Brusselse bouwsector zorgt namelijk voor zowat 628.000 ton ‘afval’ per jaar. En hoewel 91% daarvan gerecycleerd wordt, vermindert de gebruikswaarde ervan sterk. Door processen aan te leren die focussen op hergebruik, kan dat worden vermeden.

Waarom geen drijvend kantoor?

Bent u van plan een nieuw kantoor te bouwen, dat goed scoort op het vlak van ecologie en circulariteit? Misschien moet u dan kiezen voor een drijvend complex, dat in hout wordt opgetrokken.
Het Global Center on Adaptation deed het al. De organisatie die op initiatief van de Wereldbank kennis over klimaatverandering bundelt en onderzoekt hoe daarop kan worden ingespeeld, neemt de volgende vijf à tien jaar zijn intrek in een pand van 3.000 vierkante meter dat in hout is opgetrokken – wat het een gunstige CO2-voetafdruk geeft – en op een platform op de Rijn in Rotterdam dobbert.

Het platform van 90 bij 24 meter speelt ten volle in op de circulariteit. Indien nodig kan het makkelijk naar een andere haven worden versleept zodat het niet vastgeklonken is aan een vaste locatie. Voorts kan het geheel of gedeeltelijk worden gedemonteerd, wat handig is mocht er morgen minder ruimte nodig zijn. Het hout is herbruikbaar eens het kantoor of een deel ervan uit elkaar gehaald moet worden. Aan de andere kant kan het complex ook modulair worden uitgebreid.

Aan de zuidelijke kant heeft het kantoor zonnepanelen, die voor de volledige energievoorziening zorgen. Aan de noordelijke kant is er een groendak. De koeling van de gebouwen, gebeurt met water uit de Rijn. Balkons rond elke verdieping zorgen voor een passieve zonwering.

Het drijvende gebouw krijgt op de gelijkvloerse verdieping een publiek toegankelijk restaurant. Op termijn kan het hele complex ook worden omgebouwd tot woongelegenheden.

Taak facility manager werd veeleisender

De opdracht van de facility managers, die instaan voor het onderhoud van de kantoren en er ook moeten voor zorgen dat de werknemers alles ter beschikking hebben om hun taken goed te uit te voeren, is veeleisender geworden.

Bij hun aankopen moeten ze niet alleen rekening houden met de prijs en de kwaliteit, maar ook met de duurzaamheid ervan.

Het verlagen van de ecologische voetafdruk, die steeds hoger op de agenda staat, begint bij de inkoop. Dat geldt onder meer bij de aankoop van schoonmaakmiddelen en het inhuren van een poetsfirma. Belangrijk daarbij is onder meer het waterverbruik en welke schoonmaakmiddelen worden ingezet.

Er zijn voldoende middelen die het milieu minder belasten.

Hergebruik groter dan gedacht

Het hergebruik van goederen raakt steeds meer ingeburgerd. Bijna twee op de drie Vlamingen hebben vorig jaar een reeds gebruikt product gekocht, verkocht, gekregen of weggegeven.

In totaal goed voor 33,8 kg per persoon. Dat is veel meer dan tot nog toe werd aangenomen. Een nieuwe studie van het Steunpunt Circulaire Economie beperkte het hergebruik niet langer tot wat de Vlamingen in de Kringwinkel kochten, de onderzoekers hielden ook rekening met aankopen op tweedehandssites, veilingen, rommelmarkten, bij garageverkopen en bij het informeel doorgeven aan familie en vrienden. Het hergebruik was dan geen 5,4 kg per persoon, maar 33,8 kg.

Met herbestemd kantoormateriaal voor thuisgebruik van Nnof kan je op deze trend inspelen.